
Aan de rand van buurtschap Wely bij Dodewaard in de Betuwe bevindt zich aan de  Groenestraat een groot perceel met daarop een uit het midden van de 18e eeuw  stammende boerderij, "de Toren" genaamd. Deze boerderij staat op de  plaats, waar zo rond het jaar 1680 nog het adellijke huis "de Toren"  stond (met de naam toren werd vroeger ook wel een kasteel aangeduid). Dat was  het kasteel waar de riddermatige familie Van Wely in de middeleeuwen woonde.
  In 1984 voerde de  Werkgroep Verdwenen Kastelen in de Betuwe een archeologische onderzoek uit. Bij  dit onderzoek werden talloze zaken uit de middeleeuwen gevonden, zoals stukken  van borden en schaaltjes, waaronder een uit het begin van de 17e  eeuw met het gestileerde monogram RvW, waarschijnlijk van Rutger van Wely. Ook  werd een stenen vijzel aangetroffen, volgens deskundigen daterend uit ca 1300.

Afbeelding van het kasteel De Toren in Wely. 
Detail  van de kaart van Nicolaas van Geelkercken, ca 1600 (Bron:  Gelders Archief)

Kaart van Wely, waarop De Toren staat aangegeven.
  
  
´t Huis te Wely”, in 1642 getekend door  Jacobus Stellingwerff voor “Belgium Illustrata”  van  Mattheus Brouërius van Nidek.
    (Bron:Veilingcatalogus 1743 “Atlas der Vereenigde  Nederlandsche Provintien”, Gemeentebibliotheek Rotterdam, 
      inv. 424;  http://www.historischetopografie.nl/index6b.htm) 
In het leenaktenboek van het Kwartier van Nijmegen wordt onder de plaats Gent (Gendt in De Betuwe) vermeld dat de Van Wely´s hier een kasteeltje bewoonden.

Kasteel Poelwijk in 1732, getekend door Cornelis Pronk (Rijksprentenkabinet, Amsterdam).
Vanaf 1275 is het geslacht Van Poelwijck in Gendt bekend en  mogelijk gaf deze familie de naam aan het kasteel.
  Bij opgravingen in 1959-1960 werden restanten gevonden van  het kasteelcomplex. Het kasteel was in de achttiende eeuw al verdwenen en de  resterende poorttoren werd toen verbouwd tot woontoren. Poelwijk was Gelders  leen sedert 1441, toen behoorde het huis echter aan de familie Collart. Vanaf  1551 komt het kasteel door huwelijk opnieuw in handen van de familie Van  Poelwijck. Daarna volgt in 1561 het geslacht Van Wely. In 1667 wordt  Poelwijk verkocht aan Van Wichen en in 1202 vererft het aan Johan Maurits van  de Poll. Op een tekening die Cornelis Pronk maakte in 1731 is te zien dat  Poelwijk toen bestond uit de huidige toren met een aanbouw. De poorttoren was  toen al verbouwd tot woontoren door het dichten van de doorgang. Van de Poll  liet de trompe-l'oeil beschilderingen aanbrengen in het benedenvertrek: deze  stellen een tempeltje voor met beelden van Hoop, Geloof, Liefde, etc. Zijn  wapen liet hij boven de schoorsteen aanbrengen. Vervolgens is Poelwijk in bezit  van de families Schmitz en Slingervoet en daarna volgt verkoop aan de familie  Breunissen in 1864, die de boerderij naast de toren liet bouwen. De aanbouw aan  de toren moet daarvoor wijken.

De toren van Poelwijk na de restauratie.
In de winter van 1944-1945 liep de toren van Poelwijk veel  schade op als gevolg van oorlogshandelingen. Kort na de bevrijding volgde  stormschade. De toren werd in 1959 overgedragen aan Stichting Vrienden der  Geldersche Kasteelen, waarna gelijk een begin werd gemaakt met het herstel. De  restauratie van de toren werd in 1960 voltooid.
  (Bron: “25 jaren  Stichting Vrienden der Geldersche Kastelen 1940 – 1965).
Van Wely´s die het kasteel Poelwijk in leen hadden zijn  achtereenvolgens, van vader op zoon:
  Rutger, vanaf 1561, Oliphier, 1598, Dirck, 1608, Oliphier,  1640, Rutger, 1646 tot 1667. Eerstgenoemde Rutger van Wely trouwde in 1561 met Elisabeth  van Schevick, die eerder gehuwd was met de in 1559 overleden Hendrick van  Poelwijck Hendrikszoon. Zij geeft haar tweede man dat jaar het vruchtgebruik.  Op deze manier kwam het leenrecht op kasteel bij de Van Wely´s.
  (Bron:  Register op de leenaktenboek van het kwartier van Nijmegen, onder Gent).

Kaart van Gendt uit 1620 met afbeelding van "dat huijs Welij" (Bron: Gelders Archief).
Laatst bijgewerkt op 15.09.2023 10:30 uur.
Copyright © 2019 -
    
G.L. van Welie
Niets uit deze website mag worden gekopieerd, verspreid en/of gepubliceerd zonder schriftelijke toestemming van de auteur.
Levende personen zijn in verband met hun privacy niet altijd vermeld. Waar mij wel gegevens bekend zijn van deze nazaten is dat aangegeven met (niet vermeld).
Tussen haakjes is soms mijn bron vermeld:   (adv) betekent dat mijn bron een familie(adv)ertentie is. Daar waar ik zelf   gegevens heb gecheckt met de burgelijke stand (bs) of dtb boeken van de kerk:   (d)oopboek, (t)rouwboek (b)egraafboek heb ik dat erbij vermeld.
Heeft u aanvullingen of opmerkingen?